We gebruiken cookies om je een geoptimaliseerde browse-ervaring aan te kunnen bieden. Selecteer ‘Accepteer alles’ als je akkoord gaat met het accepteren van cookies van UserEngage (webchat en leadgeneratie), Hotjar (website-verbetering) en LinkedIn (aangepaste advertenties). Wanneer je ‘Alleen noodzakelijk accepteren’ selecteert, plaatsen we cookies waarmee je onze website correct kunt gebruiken. We onthouden in dat geval je voorkeuren en slaan anonieme statistieken op. Raadpleeg ons cookiebeleid en privacybeleid voor meer informatie.

Accepteer alles
Accepteer alleen noodzakelijke

Handmatige invoer


We lopen nu een aantal jaar mee met telers en kwekers en weten dat er behalve via klimaatsystemen en sensoren in kassen en polytunnels ook veel belangrijke informatie handmatig verzameld wordt. Je kunt daarbij denken aan het wekelijks noteren van de plantlengte, het aantal bloemetjes aan een plant of het tellen van het aantal beestjes op de gele platen. Deze gegevens worden op een papieren formulier ingevuld en opgestuurd voor onderzoek. En dat is precies de reden dat we handmatige invoer digitaal hebben gemaakt. Je kunt deze gegevens dan namelijk direct in ZENSIE visualiseren en laten analyseren door je teeltadviseur.

Maar hoe werkt dat in de praktijk?

Een formulier(sjabloon) maken

Ga naar het hoofdmenu en selecteer “handmatige invoer”

Je heb nu twee opties: formulieren en formuliersjablonen.

Als eerste maak je een sjabloon aan. Op die manier kun je een formulier meerdere keren gebruiken.
Klik op de + naast Formuliersjablonen. Terwijl je een sjabloon aanmaakt, zie je aan de rechterkant van het scherm een voorbeeld ontstaan.

Geef je sjabloon een naam en voeg een beschrijving toe.

Daarna kun je de kolommen aanmaken door op ‘voeg kolom toe’ te klikken. In dit voorbeeld zie je een formulier voor het tellen van spintmijten en tripsen.

Kies een icoontje uit de lijst die het beste past bij het soort informatie dat je verzamelt. Wij kiezen hier voor het insectenicoon. Kies daarna een kleur voor de widget (deze zie je terug als je bijvoorbeeld single value widgets toevoegt aan je dashboard) en stel in in hoeveel decimalen je de waardes terug wilt zien.


Als je klaar bent klik je op ‘opslaan’. Je sjabloon wordt dan opgeslagen.

Sjablonen kunnen altijd worden gewijzigd en aangepast nadat ze zijn aangemaakt. Maar let op: indien je wijzigingen doorvoert nadat je een sjabloon al hebt gebruik, worden deze ook weergegeven in alle formulieren die je op basis van het eerdere sjabloon hebt ingevuld. Als je een nieuw formulier wilt maken en een ouder sjabloon intact wilt laten, raden we aan een nieuw sjabloon te creëren.

Een nieuw formulier aanmaken

Klik op de + naast Formulieren

Geef het formulier een naam en selecteer een bestaand sjabloon. Bijvoorbeeld het sjabloon dat je zojuist hebt aangemaakt. Heb je nog geen sjabloon aangemaakt? Klik dan op creëer nieuw sjabloon en ga een stap terug in deze uitleg.

Je kunt nu aangeven of je de datum als rijen wilt zien of als sheets. We leggen aan de hand van een voorbeeld uit wat dit precies betekent. Wij kiezen in dit voorbeeld voor de datum als rij. In dat geval staan de weeknummers dan op deze manier in het werkblad:

Dit is handig wanneer je de hoeveelheid van verschillende soorten insecten in de gaten houdt of juist dezelfde soort maar dan op verschillende plekken binnen de kas of polytunnel. Elke rij in het blad vertegenwoordigt dan een andere datum en elke kolom staat dan voor een ander insect (zoals in het voorbeeld) of andere locatie. Omdat je hetzelfde sjabloon gebruikt voor meerdere soorten of locaties is het achteraf makkelijk om deze gegevens vergelijken.

Je kiest voor een visualisatie van een datum als sheet wanneer je de resultaten op dagen of weken wilt sorteren. In dat geval kun je de verschillende locaties of projecten als rijen tonen. Dat ziet er zo uit:

Dit is slechts een voorbeeld en heeft dus niks te maken met de opbouw zoals we die tot nu toe hebben besproken.

Ten slotte selecteer je de tijdzone. Zorg ervoor dat je de juiste tijdzone selecteert. Dit is essentieel, omdat de waarnemingen die je invoert een tijdstempel ontvangen op basis van de tijdslocatie. Die wordt vervolgens gebruikt om grafieken te genereren.

Het gebruiken van handmatige invoer

Je kunt nu een formulier gebruiken om getallen in te vullen.

Klik op ‘Voeg blad toe’ en geef dit een naam.

en vervolgens op ‘voeg rij toe’.

Geef de rij een naam en selecteer op welke datum je de gegevens hebt ingevoerd of gaat invoeren. Het is cruciaal dat de datum die je gebruikt overeenkomt met de naam die je aan de rij geeft (weeknummers of dagen) omdat je anders de juiste gegevens niet meer terug kunt vinden. Voeg vervolgens de informatie per veld in door op het veld te klikken en de juiste waarde in te voeren.

Je kunt het getal altijd aanpassen door na invoering op het veld te klikken. Als je een rij hebt ingevuld kun je simpel een nieuwe rij toevoegen door weer op ‘voeg rij toe’ te klikken. Het bovenstaande proces herhaalt zich dan.

Opmerkingen plaatsen

Net als bij alle andere widgets in ZENSIE kun je hier ook reacties en foto’s toevoegen. Zodra je met je muis op een veld gaat staan verschijnt het icoontje:

Klik op het icoontje en typ een opmerkingen, @mention personen binnen je organisatie en/of voeg afbeeldingen toe voor meer context.

Grafieken

Handmatige invoer is eigenlijk net als een sensor een gegevensbron. Dit betekent dat je verschillende widgets kunt gebruiken om de gegevens begrijpelijker te maken. Ga naar je dashboard en klik op ‘voeg widget toe’ (add widget) om bijvoorbeeld een nieuwe grafiek te maken.

Er wordt gevraagd welke gegevens je wilt visualiseren. Je kunt in dit geval je handmatige invoer terugvinden en selecteren door de naam van je formulier in te vullen. In ons voorbeeld is dit greenhouse manual input.

Je kunt nu aanvinken welke waardes je terug wilt zien in de grafiek. Wij kiezen hier voor spintmijten en tripsen. Let op! Dit zijn de gemiddelde waardes berekend op basis van gegevens van meerdere sheets, in dit geval dus Oktober. Je kunt deze locaties ook als aparte lijnen weergeven in de grafiek door op de grijze box met ‘Alle (gemiddelde)’ te klikken. Vink vervolgens de maand aan die je terug wilt zien in de grafiek. Klik op volgende.


Het is nu belangrijk om de juiste datuminterval te kiezen. Klik op het ‘period’ dropdown menu en selecteer ‘aangepaste begin en eind datum’ (even naar beneden scrollen).

Zorg ervoor dat je de juiste begindatum invoert een een einddatum die zo kort mogelijk de laatste data-invoer zit. Selecteer vervolgens de ‘interval size’ (ook weer dropdown menu) die hetzelfde is als het aantal gegevens dat jij per week/dag/uur hebt ingevoerd.

Klik op ‘+ Aanmaken’ en je bent klaar.

Notificaties (meldingen) creëren in ZENSIE


Notificaties zijn een handige functie die je helpen alert te blijven terwijl je je omgeving monitort. Notificaties kunnen verzonden worden via e-mail of SMS.

Er zijn twee manieren om notificaties te managen

  1. Klik op sensor meldingen in de zijbalk. Hier kun je alle status notificaties weergeven die al gecreëerd zijn voor je organisatie gecreëerd en je kunt nieuwe notificaties aanmaken (zie hieronder).
  2. Vanuit de zijbalk ga je naar sensoren om een check te selecteren. Daarna klik je op het Notificaties tabblad.

Er zijn twee types notificaties: Netwerk notificaties en Status notificaties.

Netwerk notificaties

Dit is een standaard notificatie om te monitoren of een sensor check nog online is. Deze notificatie kan niet verwijderd worden. Als je geen notificaties wilt ontvangen over de netwerkstatus van een sensor dan kun je deze meldingen uitschakelen door op de SMS/e-mail icoontjes te klikken.

Status notificaties

Hier kun je je eigen notificaties creëren op basis van de status (waarde) van je sensoren. Alleen eigenaren of redacteuren kunnen notificaties creëren (lees hier meer over gebruikersrollen).

Om een nieuwe status notificatie te creëren:

  1. Klik op de knop +Maak een nieuwe melding.
  2. Stel een voorwaarde(?) in.
  3. Klik op Aanmaken.

Als je bijvoorbeeld een temperatuursensor hebt en je ideale omgeving zou een temperatuur van tussen de 20°C en 25°C moeten hebben, dan zou de voorwaarde eruit moeten zien als op de afbeelding hieronder.

Zodra de temperatuur daalt tot onder de 20°C, of stijgt tot boven de 25°C, ontvang je een notificatie.

Meer instellingen: je kunt eveneens instellen wanneer je een notificatie ontvangt. Klik op MEER INSTELLINGEN en stel het MATCH AFTER(??) veld in. Wanneer je bijvoorbeeld niet meteen een notificatie wilt ontvangen, maar bijvoorbeeld met een vertraging van vijf minuten, kun je dit veld instellen op 300 seconden (5 minuten x 60 seconden).

 

Hoe verander je de naam van een sensor


Wij raden aan om je sensoren zinvolle namen te geven. Om de naam te veranderen doorloop je de volgende stappen:

  1. Ga naar de Sensors weergave via de zijbalk.
  2. Klik op een sensor.
  3. Ga naar het tabblad Settings.
  4. Verander de naam.
  5. Klik op Opslaan.

 

Tags gebruiken in ZENSIE


Tags worden gebruikt om sensor checks in groepen in te delen. Je kunt tags gebruiken om je lijst met checks te filteren, en ze helpen je om sneller en eenvoudiger de check te vinden die je zoekt.

Als je bijvoorbeeld sensoren geplaatst hebt op vergaderruimtes, kun je een tag maken om al deze sensor checks te groeperen. Zo hoef je, wanneer je alle sensoren die geïnstalleerd zijn in vergaderruimtes wilt vinden, enkel op de bijbehorende tag te klikken om de resultaten te filteren.

Tags creëren

Om een tag te creëren, ga je naar de Checks weergave en klik je op “+Create a tag”. Voeg een naam toe voor de tag en druk op ENTER.

Tags toewijzen aan checks

Om een tag toe te voegen aan één of meer checks doorloop je de volgende stappen:

Selecteer de sensoren die je wilt taggen.

Klik op “Voeg tags toe” onderaan en selecteer de tag die je wilt toevoegen, of type direct de naam van de tag in de groene balk en druk op ENTER.

 

Hoe gebruik te maken van de API


Data via de API ophalen kan op verschillende manieren. Het is mogelijk de huidige waarde van een sensor op te halen maar ook de historische waardes over een periode.

Om data van een sensor op te halen hebben we als eerste het id nodig van de sensor. Een manier om deze te verkrijgen is om naar het ZENSIE dashboard te gaan (sensors > klik op de sensor waarvan je het id wilt weten) en de url in de browser te bekijken:

Sensor URL voorbeeld

Een andere optie is om alle sensoren van een organisatie op te halen via een api verzoek (bekijk deze pagina voor een voorbeeld)

Om API verzoeken te doen, is een API key nodig. Deze kan aangevraagd worden in het ZENSIE dashboard (Account settings > developer).

Hier zijn een paar voorbeeld verzoeken om data op te halen van een temperatuur/luchtvochtigheid sensor met id “39555cf5-3081-400c-96cf-ff8d9cdea173”. We gebruiken deze API endpoint:

We dienen een GET verzoek uit te voeren met het sensor id en een datum/tijds interval. In dit voorbeeld verzoeken we de gemiddelde temperatuur per dag van 1 tot 4 november 2017.

curl -XGET \
    -H "Content-type: application/json" \
    -H 'Authorization: <API key>' \
    "https://api.30mhz.com/api/stats/check/39555cf5-3081-400c-96cf-ff8d9cdea173/from/2017-11-01T00:00:00Z/until/2017-11-04T00:00:00Z?statisticType=averages&intervalSize=1d"

 

Als resultaat krijgen we dan:

{ 
  "1509494400000": 
    { "sht25.temp": 18.601995752298404, 
      "sht25.humidity": 59.27995778537517 
    }, 

    "1509580800000": 
      { "sht25.temp": 18.30961109134886, 
      "sht25.humidity": 58.49782640139262 
      }, 

    "1509667200000": 
      { "sht25.temp": 17.93818057510588, 
        "sht25.humidity": 58.11836816999647 
      }
}

We zien hier de gemiddelde temperatuur en luchtvochtigheid per dag. De key toont de dag + tijdstip van de waardes.

Het is ook mogelijk om de minimum of maximum waardes voor een periode op te halen. We gebruiken hiervoor statistictype=mins of statisticTypes=maxs.

We kunnen ook de interval grootte aanpassen en de data per uur verzoeken met intervalSize=1h of per minuut (1m), 5 minuten (5m), 5 dagen (5d) , maand (M), etc.

Om de huidige waarde van een sensor op te halen kunnen we deze API endpoint gebruiken:

Een voorbeeld:

curl -XGET \
    -H "Content-type: application/json" \
    -H 'Authorization: <API key>' "https://api.30mhz.com/api/stats/check/56aac51f-5966-47da-8824-eaf36c8e4737"

We krijgen dan dit als resultaat:

{ "checkId": "56aac51f-5966-47da-8824-eaf36c8e4737", 
  "timestamp": "2017-11-21T13:10:45Z", 
  "lastRecordedStats": 
      { "sht25.temp": "16.79", 
        "sht25.humidity": "62.93" 
      }, 
  "json": null, 
  "code": null, 
  "message": null, 
  "matchCondition": null
}

De lastRecordedStats eigenschap bevat de huidige waardes.

Alle API endpoints om data van 1 of meerdere sensoren op te halen is te vinden in de Swagger documentatie.

De monitoring frequentie aanpassen


 

Wist je dat je zelf kunt bepalen wanneer en hoe vaak je sensoren data verzamelen? We leggen hieronder uit hoe dat werkt.

1. Frequentie aanpassen

Om de frequentie van dataverzameling aan te passen, ga je naar het sensoren overzicht en klik je op een van de sensoren. Klik vervolgens op Instellingen, en dan Geavanceerde instellingen.

Het frequentie veld geeft aan hoe veel keer per uur een Gateway data vraagt van een sensor. De standaard frequentie is 60 seconden, wat betekent dat er elke minuut data verzonden wordt.

Op dit moment wordt een frequentie van minder dan een keer per minuut door de meeste sensoren niet ondersteund. Wanneer je probeert om de frequentie van zo’n sensor in te stellen op minder dan 60, krijg je een waarschuwing te zien.

2. Tijdsvak monitoring

Om tijdsvakken in te plannen gebruiken we zogeheten CRON jobs. CRON is een expressie die je helpt om tijden en dagen te specifiëren om data te verzamelen.

Om een CRON job te creëren, ga je naar het sensorenoverzicht, klik je op een sensor en kies je het tabblad Settings. Onder geavanceerde vind je het CRON veld.

Als je bijvoorbeeld data wilt verzamelen op doordeweekse dagen (van maandag t/m vrijdag) tussen 08:00 en 17:00, dan kun je de volgende expressie gebruiken:


Als je niet bekend bent met CRON expressies, kun je een online CRON converter gebruiken (bijvoorbeeld deze).

ZENSIE is meertalig geworden


Met een hoofdkantoor in Amsterdam en telers praktisch in onze achtertuin kun je wel zeggen dat onze wortels in de Nederlandse tuinbouw liggen. We zijn er daarom extra trots op dat we wereldwijd actief zijn. We hebben medewerkers op meerdere continenten en klanten in meer dan 30 landen. De agrarische sector in Nederland adopteerde ons product en heeft ons tot op de dag van vandaag geweldig geadviseerd. De ervaring van Nederlandse telers en kwekers is voor ons van onschatbare waarde en daarom is onze roadmap ook gebaseerd op wensen uit de sector. Een van die wensen? ZENSIE in de Nederlandse taal.

En we hebben die wens per vandaag ingewilgd. De ZENSIE-interface is nu naast het Engels ook beschikbaar in het Nederlands. Je deelt nu gegevens in de taal die voor jou het prettigst is. Dat klopt natuurlijk niet helemaal. Er zullen ook genoeg gebruikers zijn (nu en in de toekomst) die een andere voertaal zouden willen gebruiken. Goed nieuws: we zijn nog niet klaar – onze community kan meer taalopties verwachten in de toekomst.

We zijn voortdurend bezig met het ontwikkelen van het ZENSIE-platform met maar één doel: informatie samenbrengen die een verschil maakt voor iedere stakeholder binnen de agrarische sector. Om de gebruiksvriendelijkheid en aanpasbaarheid van ZENSIE te garanderen houden we ons vast aan één leidraad: creëren wat onze gemeenschap wil. Elke nieuwe functie, elke update binnen ZENSIE is afkomstig van een teler, kweker, distributeur, consultant of onderzoeker. Dit garandeert de evolutie van hét dataplatform van de agrarische sector.

Sensoren filteren in ZENSIE


 

Om sensoren te filteren, ga je eerst naar het Sensoren tabblad.

In het menu aan de zijkant, kun je sensoren filteren aan de hand van Tags, Locations, Type, en/of Status.

 

 

Groep toestemmingen afhankelijk van rol


Stel bevoegdheden in

Je kunt bevoegdheden instellen op het moment dat je leden toevoegt aan je groep. Deze kun je achteraf natuurlijk altijd aanpassen. “Followers” (volgers) kunnen de data en comments allen bekijken en dus niets toevoegen. “Editors” kunnen sensoren, widgets en dashboards toevoegen aan de groep. Ook kunnen zij comments plaatsen en hierop reageren, maar zij hebben geen administratieve rol. Naast alle hiervoor genoemde zaken hebben “Owners” de volledige controle over de aangemaakte groep. Dit houdt in dat ze de naam kunnen aanpassen, nieuwe leden kunnen toevoegen en de groep kunnen verwijderen.

In deze tabel hebben we alle verschillen voor je op een rijtje gezet.

OwnerEditorFollower
Gebruikers uitnodigenAfhankelijk van groep instellingen en kan alleen editors en followers uitnodigenAfhankelijk van groep instellingen en kan alleen followers uitnodigen
Rol van gebruikers aanpassen
Gebruikers verwijderenAlleen als je deze gebruiker zelf hebt uitgenodigdAlleen als je deze gebruiker zelf hebt uitgenodigd
Dashboards aanmaken
Naam dashboards aanpassen
Dashboards verwijderen
Sensor toevoegen
Sensor verwijderen   (als ze deze zelf hebben gedeeld)   (als ze deze zelf hebben gedeeld)
Widget in dashboard aanmaken
Widget in dashboard aanpassen of verwijderen
Naam, beschrijving of bevoegdheid tot uitnodigen binnen groep aanpassen
Comment plaatsen / verwijderen